Wij plaatsen functionele- en statistieken cookies zodat deze site goed werkt en anoniem gemeten kan worden.
Voor cookies van derden hebben wij uw toestemming nodig. Meer informatie over deze cookies van derden.
Veelgestelde vragen over de ambulance
Je hebt 112 gebeld en de ambulance is onderweg. Rijden wij dan altijd met sirenes en zwaailichten? En wordt een patiënt altijd vervoerd met een ambulance? Hieronder geven we antwoord op vijf veelgestelde vragen over ambulancevervoer.
Nee. Alleen als sprake is van een levensbedreigende situatie mag de ambulance rijden met zwaailicht en sirene. Dat staat in de wet. In alle andere gevallen gedraagt de ambulance zich als een normaal voertuig. Dat is wel zo veilig. Het rijden met zwaailicht en sirene is namelijk risicovol voor ambulancemedewerkers en andere weggebruikers. Lees hier hoe je reageert als er een ambulance met zwaailicht en sirene in het verkeer is.
Bij een levensbedreigende situaties komt er altijd een ambulance. Als de situatie niet levensbedreigend is, is een ambulance niet altijd nodig. De centralist beoordeelt of er een ambulance nodig is. De centralist is de speciaal opgeleide verpleegkundige die je aan telefoon krijgt als je 112 belt. Soms kan de centralist je verwijzen naar je eigen huisarts of de huisartsenpost.
De centralist kan ook een solo-ambulance sturen. Een solo-ambulance is een motor of een gewone personenauto. Een ambulanceverpleegkundige bemenst een solo-ambulance en levert dezelfde eerste hulp als een ambulance. Het verschil is dat de solo-ambulance de patiënt niet kan vervoeren. Als het nodig is mag de solo-ambulance met zwaailicht en sirene rijden.
Nee. Het ambulanceteam beoordeelt wat er precies aan de hand is en biedt eerste hulp. Zij vervoeren alleen als het echt nodig is. Bij kleine verwondingen zullen ze aangeven dat je met eigen vervoer naar het ziekenhuis kan. Daardoor is de ambulance weer beschikbaar voor een volgende melding. Een ambulanceverpleegkundige laat het ziekenhuis weten dat je eraan komt.
Nee. Ambulancezorg Gelderland-Midden zet ambulances ook in voor ziekenvervoer of gepland vervoer. Voorbeelden hiervan zijn: vervoer van en naar een ziekenhuis voor onderzoek en een overplaatsing naar een ander ziekenhuis. Je huisarts of het ziekenhuis vraagt dit soort ritten aan. Je kunt niet zelf de meldkamer bellen om opgehaald te worden door een ambulance.
Meer weten over de soorten ambulance-inzetten? Klik dan hier.
Je kunt zeker helpen om verder letsel te voorkomen. Volg daarvoor instructies op van de centralist die je aan de telefoon hebt. De centralist kan vragen:
- Om de ambulance op straat op te wachten.
- De voordeur te openen.
- Huisdieren tijdelijk weg te houden om hulpverlening niet te hinderen.
- Buren te waarschuwen.
Je kunt ook administratieve zaken zoals een medicijnlijst, verzekeringsgegevens en patiëntenpas klaarleggen.
Het is vooral belangrijk om kalm te blijven en geen onverwachte dingen te doen. Meer tips over hoe je moet reageren als er een ambulance met zwaailicht en sirene in het verkeer is lees je op deze pagina.
Van de wet moeten wij informatie noteren over ons contact met een patiënt. De patiënt is ook wettelijk verplicht om zich met een legitimatiebewijs te legitimeren.
- Op de pagina Jouw privacy en rechten lees je hoe we met jouw gegevens omgaan.
Over het algemeen vergoedt je zorgverzekeraar de ambulancerit vanuit het basispakket. Wel telt ambulancevervoer mee voor je eigen risico. Daardoor kan het gebeuren dat je een deel van de kosten moet betalen.
- Lees er hier meer over
Nee, een ambulance komt niet altijd uit het ziekenhuis. Vaak staan ambulances op andere plekken om zoveel mogelijk mensen ambulancezorg te kunnen bieden. Veel patiënten gaan met de ambulance naar een ziekenhuis voor nader onderzoek.
Soms is het belangrijk dat een patiënt zo snel mogelijk in het ziekenhuis is voor een extra behandeling. Dan rijden we met zwaailicht en sirene.
Wat jammer en vervelend om te horen dat je een klacht hebt over ons. Kijk hier hoe je je klacht bij ons indient.
Wat leuk dat je interesse hebt in de ambulancezorg! Helaas kunnen we niet voor iedereen de deuren openen. Daarom organiseren we soms open dagen. Houd de website en social media zoals Instagram, Twitter en Facebook in de gaten voor de eerstvolgende open dag.