Zo reageer je op een ambulance met zwaailicht en sirene

De bestuurder van een hulpverleningsvoertuig is hiervoor opgeleid. Hij of zij is getraind om met zwaailichten en sirene snel én veilig te rijden. Toch zijn er ook risico's. Het snelheidsverschil tussen de hulpdiensten en het andere verkeer is namelijk groot. Daardoor is er weinig    tijd om te reageren. Ook kunnen andere bestuurders in het verkeer schrikken van zwaailichten en sirenes. 

Als je weet hoe je moet reageren, breng je jezelf en anderen niet in gevaar. Dit zijn onze tips om hulpdiensten zo een zo veilig mogelijk vrije doorgang te geven aan hulpdiensten:

• Doe geen gekke dingen: maak ruimte waar mogelijk en blijf vooral rustig. 
• Laat merken dat je de ambulance hebt gezien, geef bijvoorbeeld richting aan. 
• Rij niet door rood, maar maak ruimte door voorzichtig opzij te gaan. 
• Sta niet zomaar stil, dat verwacht de ambulance niet.
• Rij niet zomaar stoep of fietspad op, dat verwachten voetgangers en fietsers niet. 
• Rij niet met hoge snelheid de berm in. 
• Maak op een rotonde een extra ronde om de ambulance vrij baan te geven. 
• Houd in een file op de snelweg altijd de vluchtstrook vrij voor hulpdiensten. 
• Maak in files op snelwegen zonder vluchtstrook ruimte vrij tussen de twee rijen voertuigen. Als er meer dan twee rijstroken zijn, houd je deze ruimte vrij tussen de twee meest linker rijstroken. 

Beelden vanuit de ambulance

Meer tips over hoe te reageren op een ambulance met zwaailicht en sirene, vind je op de website De mensen van de ambulance.